door Nancy DeMoss Wolgemuth
Als kind van God heb je een heel bijzondere relatie met andere christenen. In de brief van Paulus aan de gemeente van Efeze wordt deze relatie op twee verschillende manieren in beeld gebracht. Ten eerste is elke gelovige een lid van het Lichaam van Christus. Christus is het Hoofd van Zijn Lichaam. Zijn Lichaam heeft vele leden, die elk zeer essentieel zijn. Paulus zegt dat elk lid van het Lichaam moet opgroeien en samenwerken. "Maar dat wij, door ons in liefde aan de waarheid te houden, in alles toe zouden groeien naar Hem Die het Hoofd is, namelijk Christus. Van Hem uit wordt het hele lichaam samengevoegd en bijeengehouden door elke band die ondersteuning geeft, overeenkomstig de mate waarin ieder deel werkzaam is. Zo verkrijgt het lichaam zijn groei, tot opbouw van zichzelf in de liefde" (Ef. 4:15-16).
Ten tweede groeit het volk van God uit tot een tempel waar God kan wonen. "(U bent) gebouwd op het fundament van de apostelen en profeten, waarvan Jezus Christus Zelf de hoeksteen is, en op Wie het hele gebouw, goed samengevoegd, verrijst tot een heilige tempel in de Heere, op Wie ook u mede gebouwd wordt tot een woning van God, in de Geest" (Ef. 2:20-22).
Als het Lichaam van Christus volwassen wil worden en de tempel moet worden gebouwd voor een verblijfplaats voor God, moet elke christen zich individueel inzetten om elkaar op te bouwen. Opbouw is de Bijbelse term voor dit proces (Ef. 4:12). Evangelisatie leidt tot geestelijke geboorte. Opbouw leidt tot geestelijke groei. Het doel van opbouw is geestelijke volwassenheid en meer gaan lijken op Christus. Als elk individueel lid zijn steentje bijdraagt om de anderen in het Lichaam op te bouwen, groeit het hele Lichaam en wordt het volwassen en gezond.
Er zijn verschillende manieren om het Lichaam van Christus op te bouwen. Veel zinnen uit het Nieuwe Testament met de woorden 'elkaar' of 'opbouw' stellen specifieke manieren voor om elkaar op te bouwen. Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden.
1. "Laat er geen vuile taal uit uw mond komen, maar wel iets goeds, dat nuttig is tot opbouw, opdat het genade geeft aan hen die het horen" (Ef. 4:29).
We spreken zo snel woorden die pijn doen, bekritiseren of afbreken, of woorden die gewoon zinloos zijn. We moeten elkaar juist opbouwen met woorden van genade.
Woorden van genade zijn de juiste woorden die op het juiste moment met de juiste instelling worden gesproken. Woorden van genade dienen anderen en voldoen aan hun noden. Deze woorden drukken liefde, aanmoediging, aanvaarding en bevestiging uit. Wie van ons is niet opgebouwd in onze geest als we echte woorden horen als: "Ik waardeer je," "Ik hou van je," "God heeft je gebruikt om mij te dienen," "Bedankt voor je onbaatzuchtige bediening" of "Ik heb gemerkt hoe God dit gebied in je leven aan het veranderen is en ik verheug me er met je over."
2. "Wees ten opzichte van elkaar vriendelijk en barmhartig, en vergeef elkaar, zoals ook God in Christus u vergeven heeft" (Ef. 4:32).
Echte liefde is niet gemakkelijk beledigd,zij heeft geen wrok, stelt geen verwachtingen of eisen aan anderen en is niet voorwaardelijk. Als diegenen die Zijn oneindige barmhartigheid en vriendelijkheid hebben ontvangen, verwacht God van ons dat we dezelfde soort liefde voor elkaar hebben. Dit soort liefde stelt anderen op de eerste plaats en is bekleed met nederigheid. "Heb elkaar hartelijk lief met broederlijke liefde. Ga elkaar voor in eerbetoon.” "Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is" (Rom. 12:10, Fil. 2:4). Dit soort liefde toont de geest van Christus door te zoeken naar manieren om anderen te dienen en is bereid om moeite te doen om in de behoeften van anderen te voorzien. "Door de liefde dienen we elkaar" (Gal. 5:13).
3. "En laten wij op elkaar letten door elkaar aan te vuren tot liefde en goede werken ... elkaar aansporen" (Heb. 10:24-25).
Het christelijk leven is een strijd, het is een wedloop. Het is niet altijd gemakkelijk. Soms raken soldaten ontmoedigd. Soms worden renners moe. Ze moeten worden aangemoedigd. Ze moeten worden toegejuicht. Paulus zei tegen de Hebreeuwse christenen, die vervolgd en ontmoedigd werden: "Laten we nadenken over hoe we elkaar kunnen aansporen om Christus trouwer lief te hebben en te dienen. Laten we elkaar aanmoedigen!"
Ik herinner me dat ik op een dag naar een jeugd-basketbalwedstrijd keek. De thuisploeg liep achter. De jongens waren uitgeput en ontmoedigd. Maar in plaats van elkaar te bemoedigen, begonnen ze elkaar te pesten. Ze begonnen tegen elkaar te wedijveren in plaats van tegen het andere team! Wij zijn een team van God, en worden door Hem geselecteerd en gecoacht. In plaats van voortdurend trots te zijn op onze eigen prestaties, moeten we manieren ontdekken om anderen te stimuleren en aan te moedigen om zich in te zetten voor Christus.
4. "Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart" (Kol. 3:16).
Elke gelovige heeft een persoonlijke relatie met het Woord van God nodig - niet alleen voor zijn eigen groei, maar ook om anderen te dienen. Ieder van ons heeft het onderwijs en de vermaning van geestelijke vervulde gelovigen nodig. En ieder van ons moet actief bezig zijn met het opbouwen van het leven van anderen met de Bijbelse waarheden die ook "zichtbaar" zijn in ons eigen leven.
Soms betekent dit dat we bereid moeten zijn om een broeder of zuster te confronteren met een gebied in zijn/haar leven dat niet in overeenstemming is met de Schrift (Rom. 15:14; Gal. 6:1; Mat. 18:15). Een dergelijke vermaning moet altijd zachtmoedig, liefdevol en nederig zijn en wij moeten erkennen dat alleen de genade van God ons de overwinning op dat gebied kan geven. Het is niet gemakkelijk om elkaar op deze manier op te bouwen, want vermaning is vaak pijnlijk. Maar het is ook één van de grootste bewijzen van oprechte liefde. Ik dank God voor medegelovigen die mij liefhebben en mij wijzen op gebieden in mijn leven die Hem niet bevallen. Zulke mensen zijn belangrijk om mij te helpen meer op Christus te lijken.
5. "Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus." "Verblijd u met hen die blij zijn, en huil met hen die huilen." "En als één lid lijdt, lijden alle leden mee. Als één lid eer ontvangt, verblijden alle leden zich mee" (Gal. 6:2; Rom. 12:15; 1 Kor. 12:26).
Een van de voorrechten van het behoren tot het Lichaam van Christus is dat we een last nooit alleen hoeven te dragen. Wanneer één van ons pijn heeft, lijden we allemaal samen. Toen mijn vader naar de hemel ging, hebben veel van Gods mensen die last met mij gedragen. God gebruikte hun gebeden, tranen en bemoedigende woorden om me te steunen en me te herinneren aan Zijn persoonlijke liefde voor mij. We moeten leren hoe we gevoelig kunnen zijn voor degenen die lasten dragen. We moeten leren om aandacht en zorg te tonen door te luisteren, te bidden, te bemoedigen en waar mogelijk zelf de last op ons te nemen.
Er staan nog veel meer "elkaars" in de Schrift. "Spreek geen kwaad van elkaar" (Jak. 4:11). “Zucht niet tegen elkaar" (Jak. 5:9). "Belijd elkaar de overtredingen en bid voor elkaar, opdat u gezond wordt" (Jak. 5:16). Niemand van ons kan geestelijk volwassen worden als we ons niet inspannen om anderen ons leven te laten vormen en het leven van de mensen om ons heen op te bouwen.
God gaf Jonathan een speciale bediening van bemoediging in Davids leven. Jonathan hield van David als van zijn eigen leven. Ze gingen een levenslange verbintenis aan om aan de belangen van elkaars familie te voldoen. De Schrift geeft ons een prachtig inzicht in deze relatie. Op een dag was koning Saul op zoek naar David om hem van het leven te beroven. Jonathan kwam naar David en hielp hem kracht te vinden in God (1 Sam. 23:16). Jaren later, in de periode dat Jonathan er niet was, kwam David weer in een zeer moeilijke situatie terecht. Deze keer "versterkte David zich in de Heere zijn God" (1 Sam. 30:6). Zie je, Jonathan was een bemoediger. God gebruikte hem om David tot geestelijke volwassenheid te brengen.
Wiens levens wil je helpen opbouwen met de "elkaars" uit de Schrift? Verbind jezelf ertoe om minstens één keer per week samen te komen (indien mogelijk vaker) om elkaar "op te bouwen." Neem in jullie tijd samen ook tijd voor vragen als: "Welke specifieke gebieden in je leven heeft God deze week opgebouwd?” “Wat is de grootste nood of last in je leven?" "Wat kan ik doen om je te dienen?" "Weet je of ik bepaalde dingen in mijn leven moet corrigeren of aanpakken?" Gebruik deze tijd om elkaar te bemoedigen met de Schrift, om elkaar verantwoordelijk te houden voor belangrijke gebieden van geestelijke groei, en om voor elkaar te bidden.
Wat een vreugde is het om bij het Lichaam van Christus te horen, te weten dat ik het christelijke leven niet alleen hoef te leven. Elke dag word ik bemoedigd, vermaand, berispt, bemind en opgebouwd door individuele leden van het Lichaam van Christus. Zij zijn toegewijd om mij te helpen meer op Jezus te gaan lijken. Ik hou van de mensen die God in mijn leven heeft gebracht, en ik wil mijn verantwoordelijkheid nemen om hen op te bouwen, "totdat wij allen komen tot de eenheid van het geloof en van de kennis van de Zoon van God, tot een volwassen man, tot de maat van de grootte van de volheid van Christus" (Ef. 4:13).