Door Stacey Salsbery
Ik ga het niet ontkennen: ik ben een dromer. Als ik een idee in mijn hoofd krijg, word ik zo enthousiast dat er niks ter wereld aan dat idee kan voldoen. Het duurt dan ook niet lang voordat deze nieuwe droom, wat dat dan ook is, iets is wat nog mist in mijn leven. Deze droom zal me uiteindelijk naar een hoger niveau van voldoening en tevredenheid optillen.
Alleen, het probleem is alleen dat dit nog nooit gebeurd is. Wat de droom, of het bereiken van die droom ook is, volledige voldoening heb ik nog nooit bereikt. Dus wat doe ik dan? Ik zoek een nieuwe droom. De cirkel begint weer van voor af aan.
Toen ik me als jonge tiener realiseerde dat het middelbaar niet zo spectaculair was als ik dacht, kon ik niet wachten totdat ik aan de laatste jaren zou beginnen. Toen ik eenmaal dat had bereikt en me realiseerde dat ik een badpak aan moest trekken om te zwemmen tijdens mijn eerste gymles, duurde het niet lang voordat ik uitkeek naar de universiteit.
En dat was geweldig. Op welk ander punt in je leven worden alle maaltijden voor je gemaakt en de vaat voor je gedaan, heb je zeven dagen per week vrienden om je heen en maakt een glimlachende dame in een polo je badkamer schoon? Het probleem is alleen dat de tijd op de universiteit niet voor altijd duurt. Tegen de tijd dat ik in mijn laatste jaar zat, had ik al een andere droom: trouwen.
Geef me een man en kinderen
Als je me als achtjarig meisje had gevraagd wat ik wilde worden als ik later groot was, zei ik altijd dat ik getrouwd wilde zijn en moeder wilde worden. Op carrièredag was ik altijd aan het zoeken naar de “TBM” (Thuisblijfmoeder) tafel. Tijdens mijn universiteit studies was ik teleurgesteld dat ik geen major kon volgen in het thuisblijfmoeder vak. Getrouwd zijn en kinderen krijgen was voor mij de droom die alle andere dromen teniet zou doen.
Op een dag gebeurde het. De meest geweldige man kwam in mijn leven. We trouwden en kregen vier prachtige kinderen. Ik begon aan de carrière die ik mijn hele leven begeerd had: hoofd van het huishouden.
Ik ben gezegend, daar is geen twijfel over mogelijk. Het leven dat ik altijd wilde, kreeg ik zo in de schoot geworpen. Toch was ik nog niet tevreden en daar voelde ik me verschrikkelijk over. Het was niet zo dat ik niet gelukkig was, maar ondanks alle zegeningen die ik gekregen had, het huis, de kinderen en de man, het was niet de voldoening die ik hoopte te krijgen.
Als gevolg hielp mijn nieuwe droom me te ontsnappen aan alle chaos in het huishouden, de driftbuien, de luiers en de afwas. Ik gebruikte het middagdutje van mijn kinderen om vliegtickets naar warme oorden te zoeken. Ik zocht manieren om even alleen het huis uit te gaan. Ik overwoog zelfs even om een nieuwe baby te krijgen, zodat ik twee dagen in het ziekenhuis zou kunnen verblijven zonder kinderen, zodat ik warme maaltijden zou krijgen en tijd zou hebben om tv te kijken. (Het ging serieus even door mijn hoofd heen.)
Nadat ik (soort van) tot bezinning was gekomen, begon ik te dromen van andere dingen: een groter huis en meer uitstapjes met mijn man, want misschien was dat het probleem wel. Trouwens, schat, is er ruimte in het budget voor een inwonend kindermeisje? Nee, dat was er niet.
Veel van mijn dromen kwamen uit, maar tevredenheid vinden lukte me niet. Wat mankeerde me? Waarom was ik niet gelukkig? Deze vragen overdacht ik terwijl ik op de vloer van de speelkamer zat. “Heere, het spijt me,” bad ik. Ik wist niet waarvoor het me speet; ik wist gewoon dat er iets niet goed zat.
Geef me Jezus
Toen ik op een dag Genesis 15 las, opende God mijn ogen en liet me het echte probleem zien. In vers 1 zegt de Heere tegen Abraham (die op dit moment nog Abram heet), “Wees niet bevreesd, Abram, Ik ben voor u een schild, uw loon zeer groot”. God was Abrahams loon, niet rijkdom, dingen, huwelijk, succes of kinderen.
Het deed me plotseling stilstaan. Zag ik God als mijn beloning? Nee, dat zag ik niet. Maar God was en is nog steeds mijn buitengewone grote beloning.
Mijn ontevredenheid kwam niet door de dingen die ik wilde, nodig had of waar ik voor bad. Mijn ontevredenheid kwam doordat ik God niet als mijn grootste beloning zag.
Psalm 16:11 zegt “U maakt mij het pad ten leven bekend; overvloed van blijdschap is bij Uw aangezicht, lieflijkheden zijn in Uw rechterhand, voor altijd.” Toen realiseerde ik het me: God om iets anders vragen dan om Hemzelf, is God vragen om minder vragen. Gods nabijheid zoeken zal ons in dit leven het meest bevredigen.
Maar ik had God niet gezocht. Tenminste, niet in de eerste plaats. Natuurlijk speelde God een rol in mijn leven. Ik ging elke week naar de kerk, ik probeerde elke dag te bidden en de Bijbel te lezen, maar ik had God nog nooit als de beloning gezien – Degene waar ik niet zonder kon leven, de droom die ik het hardste nodig had en de grootste zegen die ik ooit zou kunnen krijgen.
Een relatie met God is onze grootste beloning
De sleutel voor voldoening in dit leven is niet het hebben van alles wat we willen, maar het verlangen om alles van God te leren kennen. God heeft ons opgedragen Hem lief te hebben met heel ons hart, met heel onze ziel en met heel ons verstand (Mattheüs 22:37). Niet alleen omdat Hij al onze aandacht verdient, maar ook voor ons eigen welzijn. Tevredenheid krijg je niet door het hebben van spullen; tevredenheid krijg je door het hebben van de Redder.
Als we de dingen van deze wereld zoeken – liefde, kinderen, carrière, een bepaald getal op de weegschaal, een hoog bedrag op de bankrekening of een groot huis in een mooie straat – het zal niet de verwachte voldoening geven. Wat we zullen vinden is teleurstelling op teleurstelling.
Waarom? Omdat dit gevallen en zondige leven ons geen voldoening kan brengen. Het is God die ernaar verlangt en het verdient om ons voldoening te geven. De psalmist bidt in Psalm 90:14,
‘Verzadig ons in de morgen met Uw goedertierenheid,dan zullen wij juichen en verblijd zijn, tijdens al onze dagen.’
Er is niks beter dan God te kennen
Er is niks in de wereld dat we met God kunnen vergelijken. Er is niks beter dan God te leren kennen. Het eeuwige leven bij God is de grootste beloning die we ooit zullen krijgen. Niet vanwege de straten van goud, het weerzien van onze geliefden, de overvolle fruitbomen en de huizen die Jezus voor ons in de hemel aan het bouwen is, maar omdat God daar zal zijn en wij met God zullen zijn.
Maar door Christus hoeven we niet te wachten op deze grote beloning. God is er nu ook voor ons! Vandaag kunnen we tevredenheid krijgen in Gods perfecte aanwezigheid. Tenminste, als we ervoor kiezen om God te aanbidden, in plaats van ons druk te maken over dingen die we niet hebben en we denken nodig te hebben.
Begrijp me niet verkeerd. Op sommige dagen ga ik nog steeds op in het najagen van verkeerde dingen. Deze wereld kan verleidelijk zijn. Daarom is de belofte in Jacobus 4:8, “Nader tot God, en Hij zal tot u naderen,” me steeds dierbaarder geworden. Zelfs als ik afdwaal, verwelkomt God me telkens weer opnieuw om tot Hem te naderen.
Loof de Heere dat deze wereld met al zijn zegeningen en heerlijkheden me niet hebben bevredigd. Anders zou ik niet gezocht hebben naar het echte loon – het kennen, het ontvangen en het genieten van mijn Redder en God, de Heere Jezus Christus.