Drup. Drup.
Op een avond, toen ik het eten klaarmaakte, hoorde ik de keukenkraan druppelen. Ik bewoog het hendeltje en het stopte. De volgende dag zag ik het weer, en opnieuw prutste ik met het hendeltje en het stopte.
Drup. Drup. Drup.
In de loop van de volgende dagen nam het druppelen van de kraan verder toe. Het duurde steeds langer om met het hendeltje te " prutsen " vooraleer het eindelijk stopte.
Toen hoorde één van mijn kinderen het op een ochtend druppelen, niet in de keuken, maar in de kelder. Hij rende de keldertrap op en liep de keuken in om mij te halen. Ik volgde hem en zag al snel dat de plafondtegels van de kelder verzadigd waren met water en dat er een continue stroom langs de muren naar beneden liep op het tapijt.
Het begon als een klein druppeltje water en werd al snel erger en veroorzaakte schade in onze kelder.
Klinkt dit niet als de zonde in ons leven.
Zonde is niet zo klein
Soms denken we dat bepaalde zonden in ons leven klein zijn en zien ze over het hoofd. We kunnen proberen ze te beheersen. We kunnen doen alsof ze er niet eens zijn. In werkelijkheid bestaat er niet zoiets als een kleine zonde. En al snel wordt wat een klein dingetje lijkt een groot ding in ons hart.
Een klein probleempje met het dagelijkse bingewatchen van een serie kan een groot probleem blootleggen met de afgod van comfort.
Een beetje overwerken kan een uiting zijn van een diepgewortelde afgod van succes of prestatie.
Een kleine sarcastische opmerking kan een dieper probleem van bitterheid of jaloezie of trots verbergen.
Een kleine vergelijking kan snel uitgroeien tot jaloezie en onvrede.
Een beetje geroddel ontwikkelt zich al snel tot onenigheid en verdeeldheid.
Sterker nog, in de ogen van God bestaat er niet zoiets als een kleine zonde. Dat komt omdat zonde zonde is. God is heilig en rechtvaardig, en niets dat niet heilig en rechtvaardig is, kan voor Hem staan. Zelfs één zonde is genoeg om ons van Zijn aanwezigheid af te houden. En als je bedenkt dat we niet één keer zondigen, maar ontelbare keren per dag, dan is ons probleem met de zonde helemaal niet zo klein. Zoals R.C. Sproul schreef: Zonde is kosmisch verraad. Zonde is verraad tegen een volkomen reine Soevereine. Het is een daad van grote ondankbaarheid tegenover Degene aan wie we alles te danken hebben, tegenover Degene die ons het leven zelf heeft gegeven. De geringste zonde is een daad van verzet tegen het kosmische gezag. Het betekent een belediging aan Zijn heiligheid.
Verder blijft de zonde nooit klein. Het groeit als onkruid. Het verspreidt zich en vermenigvuldigt zich. "Weet u niet dat een beetje zuurdeeg het hele deeg doorzuurt?" (1 Kor. 5:6). Het leidt tot andere zonden. Als een binnendringende rank draait het zich om onze harten en verstikt ons. En als een met klimop bedekt bos, blokkeert het ons van het Licht van het Leven. Inderdaad, de zonde die onbeheerd blijft of verwaarloosd wordt, vernietigt alles wat op zijn pad komt.
Neem alle zonde ernstig
Gelukkig waren we die dag thuis toen het lek van de gootsteen zich naar de kelder verspreidde. Zoniet, zou de schade veel erger zijn geweest. Elk lek in een huis is ernstig, zelfs een klein lek. Ook in ons geestelijk leven bestaat er niet zoiets als een kleine zonde. We moeten alle zonde ernstig nemen. Zoals de puriteinse predikant John Owen waarschuwde: "Dood de zonde of het zal jou doden."
De apostel Paulus noemde het doden van de zonde 'het afleggen van de zonde.' Net als het uittrekken van een kledingstuk, leerde hij ons de zonde "af te leggen" en de gerechtigheid "aan te doen". Hij leerde de kerk in Kolosse:
Als u nu met Christus bent opgewekt, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit. Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn, want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God. (Kol. 3:1-3)
Door het geloof in Christus zijn we met Hem verenigd in Zijn volmaakte leven, Zijn dood en Zijn opstanding. Dit betekent dat we samen met Christus zijn gestorven in ons oude leven en dat we zijn opgestaan tot een nieuw leven in Hem. We zijn nu een nieuwe schepping (2 Kor. 5:17). Daarom moeten we het oude afleggen; we moeten onze zonden kruisigen en doden (Gal. 5:24). Paulus somt vervolgens enkele van die zonden op die we moeten "doden", waaronder afgoderij, woede en leugenachtigheid (zie Kol. 3:5-9).
Elders vertelt Paulus ons hoe we de zonde doden: door de Geest (Rom. 8:13). De Heilige Geest brengt ons dood hart tot leven en geeft ons een hart van vlees. Hij werkt in ons om de zonde te doden en in ons de vrucht van de gerechtigheid voort te brengen (Gal. 5:22-23). Hij overtuigt ons van onze zonde, brengt ons tot bekering, onderwijst ons in gehoorzaamheid en leert ons om voor alle dingen op Gods genade te vertrouwen. Zijn instrument bij uitstek is het Woord van God. Terwijl we de Bijbel lezen en bestuderen, heiligt God ons erdoor (Joh. 17:17), want het is levend en krachtig en het oordeelt de overleggingen en gedachten van ons hart (Heb. 4:12).
Als ik onmiddellijk de ernst van het druppeltje in mijn gootsteen had ingezien, dan zou het zich misschien niet naar de kelder hebben verspreid. Hoeveel temeer geldt dit voor de zonde! Er bestaat niet zoiets als een kleine zonde. We kunnen de vernietigende kracht ervan in ons leven niet onderschatten. Mogen we de hulp van de Geest zoeken en toelaten om onze zonde te onderscheiden en te doden, hoe klein die ook lijkt.